19 augustus: Heel vroeg op pad vanwege de hitte. Het valt niet mee, opstaan om 5 uur, maar als we om half 7 lopen, is het prachtig en heerlijk. Zo stil, zo’n fraai ochtendlicht. Vandaag lopen we weer door mijn favoriet soort landschap: boerenland met mooie uitzichten. De route vond ik rommelig vandaag: we moesten steeds weer iets anders, van richting veranderen, een ander soort pad, bochten, kleine stukjes bos. Al om half twaalf gestopt op de camping municipal van Charlieu. Zo vroeg gestopt omdat het smoorheet is. Dus maar een halve etappe. De middag breng ik door met kinderen vertellen over Frits en lekker een beetje lummelen. Frits is populair hier, velen komen even kennis met hem maken. Ik maak een lijntje tussen bomen, zodat hij een veldje heeft. Maar hij wil steeds uitbreken, die slimmerik. Als ik even naar de toilet moet, zet ik hem vast aan een boom, om te voorkomen dat ie er tussenuit piept om mij te zoeken.
20 augustus:
Geert: Vandaag weer een camping municipal in Pouilly sous Charlieu.
Frits heeft een enorm veld en Margo gaat eten bij Duitse mensen.
Margo: Heel handig, dat de campings hier vlak bij elkaar liggen. Mijn ervaring is dat de Municipal-campings, de ezel accepteren. Dus dat is mooi. Zeer vroeg weg en na een mooie wandeling van 3,5 uur arriveren we om 10.15 al op de camping van Pouilly sous Charlieu. Het is nog steeds smoorheet. Het is maandag en dan zijn de winkels dicht. Ik heb een probleem. Echter op de camping zijn Duitse mensen. Ze komen uit een plaats 25 km van Venlo. Waar ik gewoond heb in Limburg was 25 km de andere kant op, dus we verstaan elkaar wel. De vrouw brengt me met de auto naar een enorme supermarkt, waar ik flink inkopen kan doen. Frits is even alleen, maar om zijn enorme voetbalveld heen zijn houten hekjes, hij kan echt niet weg. Onderweg zien we een bord met daarop de temperatuur: 42 graden! Sávonds eet ik gezellig met de Duitsers, de man loopt de route van Cluny naar le Puy in dagetappes en zijn vrouw haalt en brengt hem steeds. Leuk om te kletsen over alle plekjes waar ik was en hij dus ook geweest is, hij had onderweg al over mij en Frits gehoord.
21 augustus: Noailly
De Loire overgestoken. We vertrokken al om half 7. Gelukkig was de madam van de camping al op en wilde onder luid gemopper van “kun je niet lezen” voor 1 keer de poort wel voor ons openmaken. De hele camping was omgeven door een hek en alles was op slot. Er hing een groot bord: camping open om 8 uur. Ik voel me niet prettig op een afgesloten camping, het is toch geen gevangenis! In het begin was er veel drukte onderweg, want we moesten door het stadje en de grote weg nemen over de Loire. Maar alles ging goed en Frits liep lekker door. Vanwege de hitte, nog steeds 40 graden, moesten we na 10 km al stoppen en we gingen naar de camping a la ferme van Noailly. Dat was helemaal niks! Er stonden 5 lege caravans en verder was er niets, behalve dan een mini-douchegebouwtje en de zoon van de eigenaar die niet durfde beslissen waar ik en de ezel mochten staan. Dus ik besloot maar zelf. Het uitzicht hier was weer eens fantastisch.
sávond ging het heel erg hard waaien, het leek of er onweer kwam, maar dat kwam niet. Het koelde wel lekker af. Frits was dol tijdens de windstoten, hij ging heel hard balkend met zijn kop in de lucht hard rondrennen.
22 augustus: Saint Hoan le Chatel: Afgekoeld tot 30 graden, heerlijk koel vergeleken bij meer dan 40. We hebben lekker gelopen vandaag. Het laatste stuk vond ik wat tegenvallen, maar toen was er ineens dat mooie vestingstadje. We moesten vanaf de vlakte omhoog klimmen.
In een tuin in Saint-Haon-le-Chatel, daar hebben we overnacht. Frits vond de tuin waar de kippen ook liepen maar niks, er stond heel veel bloeiende pastinaak en hij at dus helemaal niets. Inmiddels weet ik dat als de ezel de wei afkeurt als hij binnen een kwartier niet begint te eten. Dus we gingen hem verplaatsen naar het gazon naast het huis. dat was even zwoegen, want Frits moest een stenen trapje af. Met 3 man sterk erbij lukte het. Op het gazon begon hij meteen te grazen, dus dat was goedgekeurd.
23 augustus: Lentigny. Vandaag heb ik Job ontmoet. Hij is 17 en loopt naar Santiago. Ik zat thee te drinken, heerlijk van verse munt, want dat staat hier veel. En toe kwam er ineens een andere pelgrim voorbij, dat was Job. Hij was blij met een kopje thee, want zelf nam hij niet de moeite om thee te zetten. Hij is vertrokken in Dijon. Gaaf, zo jong en dan net na de middelbare school zo;n avontuur. Met 5 euro per dag. Wat hij dan eet: 2 stokbroden, niet alles met jam want dat is te duur. Veel bramen. sávonds couscous met een blikje vlees en 1 appel of 1 tomaat. Drinken: alleen water. wat heb ik het sjiek, mijn budget is ook minimaal, maar toch het dubbele van Job per dag. De jongen liep ongeveer 3 uur met me mee, toen vond hij het te langzaam gaan en ging in eigen tempo verder. Later bedacht ik me dat ik hem 2 euro had moeten geven en mijn adres om een ansichtkaart te kopen als hij gearriveerd is in Santiago. Ben nog steeds benieuwd of hij al is aangekomen daar.
24 augustus:
Beste lezers, Vandaag slechts 8 km, laat vertrokken vanwege onweer, pas om kwart voor 10. Frits wou ook niet zo hard vandaag en ik was ook moe. Door het weer of door het feit dat ik gisteren via de telefoon concreet met Ton heb afgesproken dat we volgende week worden opgehaald. Het stadje St. Jean St. Maurice was leuk, we moesten een stuk omlopen vanwege een te smal pad, heel hoog boven de Loire. We waren tussen de middag in dit mooie Franse stadje. Er is niets, er is niemand. Alle mensen zitten binnen te eten, ongelooflijk. Wat verstoppen ze zich toch in hun huizen. Een jonge vrouw die bij de VVV werkt, in het Frans het Syndicat dínitiative, komt een praatje met me maken. Ze verveelt zich op haar kantoortje dat 2 uur lang dicht is tussen de middag. Ik mag toch mijn stempeltje, in het pelgrimspaspoort komen halen ook al is het kantoor dicht. En ze brengt me naar de bakker, die wonderlijk ook open is.
Bij een mooie Gite met ezels mag ik buiten mijn tentje opzetten en het enige horizontale plekje is direct naast de hooivoorraad. Het is hier luxe, met een echt glaasje wijn.
25 augustus: Pommiers. Op camping municipal van Pommiers daar heb ik overnacht. En wat ik die dag heb meegemaakt volgt hieronder:
Heel vroeg vertrokken, en we hadden een mooie route door een gebied met ruige velden en veel hoogteverschillen. En daar hadden we weer een beekje, geen moeilijke, eentje van de categorie waarvan we er zoveel hadden gehad, maar Frits weigerde en bleef ervoor staan. Geen mens gezien die dag die ook wandelde, maar precies op deze plek, al sóchtends om kwart over 8 dus wel iemand! Een pelgrim passeerde vanaf de andere kant. Een was een echte ouderwetse pelgrim, want net als in de middeleeuwen was hij naar Santiago gelopen, maar hij ging nu ook te voet terug naar zijn woonplaats Besancon. Hij vertelde dat het heel lastig was om de route te vinden want de route is alleen gemarkeerd naar Santiago toe en niet terug. Met zijn kompas liep hij voortdurend te zoeken. Hij hielp eventjes Frits een duwtje te geven en in een wip was de ezel over de beek. Frustrerend, met zijn tweetjes lukt het meteen, in mijn eentje niet.
Later op de dag weigerde nogmaals een beekje. Ik hoorde een autoweg vlakbij, bond Frits aan een hek en ging hulp halen. Bij de weg hield ik een landrover aan. De jager had wel even tijd en reed me achterna naar het beekje toe. Weer even een duwtje en daar ging Frits alweer het water over. Dank voor beide heren!
Aan het einde van de tocht deze dag, kregen Frits en ik een enorme bui op ons kop en hoofd. Kliedernat kwamen we aan op de camping in Pommiers. Van het mooie middeleeuwse stadje hebben we niets gezien, leek me niet geschikt om met Frits over hele natte kinderkopjes in smalle straten te lopen. De camping was zeer uit de tijd, vooral het sanitair. Er waren veel stacaravans met Fransen die, ik vermoed, al jaren naar dezelfde plaats gaan. We kregen een plekje aan de rivier. Jammer voor Frits dat ik hier op geen enkele manier een weitje voor hem kon maken, dus hij moest aan de lijn blijven. Fijn voor mij was het restaurantje met terrasje onder een afdak. Frits kon aan een boom en had zicht op mij. Ik heb er heerlijk salade met geitenkaas en frietjes gegeten en hoefde dus een dag niet te koken op mijn 1-pits gasje.
In de tuin van een sjieke familie in St Agathe la Bouteresse op 26 augustus en in een hele grote wei in Champdieu op 27 augustus
Veel asfalt vandaag en saai lopen, het is net Nederland, Noord-Limburg met weilanden en landweggetjes. Het liep wel gemakkelijk en vlot. In het dorp St. Agatha had ik het moeilijk want er was halverwege de middag geen mens te zien op straat of in tuinen en ik zocht een slaapplaats. In sommige dorpen lukt met meteen, in andere dorpen zijn mensen heel onverschillig. Dat was hier ook. “‘Zoek maar verder” en dan wijzen ze vaag een kant op. Of ze sturen me de kant op waar ik vandaan kom, en teruglopen, daar heb ik nooit zin in en Frits al helemaal niet.2 wandelende dames hadden de de suggestie om achter de kerk te gaan staan, in de openbare wc was water. Ik vond de plek te klein en wat zou de pastoor ervan vinden? De ezel is dan wel “‘het paard van Jezus”‘ maar ineens zo’n beest achter je kerk met een tentje ernaast, daarvan wilde ik niet de oorzaak zijn. Het plaatselijke voetbalveld was in een soort stadion en open, maar ook dat leek me te illegaal en bovendien erg ongezellig. Dus dan toch maar weer door op de route. Iets verderop was een sjiek huis met een enorme tuin en ik hoorde kinderstemmen daarvandaan komen. Ik ging er kijken. Ja, hoor, ik mocht kamperen. Er was een fantastische wei voor Frits en een mooi plekje voor mijn tent ernaast. Ik denk dat de familie enorm rijk was, tijdens de thee vroeg ik of ze nog meer huizen hadden, en of dit hun vakantiehuis was. Ja, dit is ons vakantiehuis. Ze wilden niet vertellen hoeveel huizen ze nog meer hadden, in ieder geval meer dan twee, maakte ik uit hun opmerkingen op.
De volgende dag gelopen door het dorp Champdieu. Mooi dorp, de route was weer niet zo heel fraai, ik ben te verwend. In Champdieu vond ik het te vroeg voor een slaapplaats, dus ik liep verder. De markering stopte, ik kon het echt niet vinden en liep te zoeken met Frits. Dat kostte tijd. Met zoeken ging zo een uur verloren. Ineens was ik heel moe en besloot dan maar naar de grote weg te lopen. Bij een bedrijf vroeg ik de weg. Ineens leek het me teveel om naar de stad door te lopen, dus ik vroeg of iemand een weitje had. Dat werd voor me geregeld en binnen een paar minuten waren we er. Daar was een heel aardige buurvrouw die me verwende met lekkere siroop en koekjes, en een douche. Frits had er een enorme wei, maar sliep 2 meter vanaf mijn tent, ontroerend.
28 augustus: SMSje aan Geert: Bij Odile en haar twee ezels.
In Saint-Georges-Haute-Ville.
Nu ik de grote stad Montbrison ben gepasseerd vind ik de route weer mooi. Het is heuvelachtig met weidse uitzichten. Vandaag was de dag van de lunchuitnodigingen. Montbrison door deden we aardig vroeg, tussen 8 en 10, dat is een geschikt tijdstip. Na de stad volgde het dorp Moingt en daarna St. Thomas la Garde. Volgens mijn boekje kon ik boodschappen doen in Moingt, maar toen ik op straat vroeg naar de supermarkt bleek er alleen een hypermarche te zijn drie kilometer buiten de dorpskern. Niet echt handig. Een bijzonder hulpvaardige vrouw bood aan om voor mij boodschappen te halen en ze zou het brengen naar het volgende dorp op de route. En inderdaad, de appels, yoghurt, kaas, een paprika, biskwietjes… het werd me allemaal bezorgd. En betalen? Nee, dat wilde ze niet. Ik kreeg ook nog een uitnodiging te komen lunchen. Ik ben nooit bij deze vrouw aangekomen, haar routebeschrijving was vaag en toen ik het niet kon vinden besloot ik om niet te gaan zoeken. Na weer een uurtje lopen kwam de volgende lunchuitnodiging op een mooie plek langs de route. Heerlijk gegeten, wel nogal onrustig voor mij, want ik ben niet rustig als Frits in zijn eentje aan een paal moet buiten mijn zicht. Ik weet dan, dat hij niets eet als ik hem alleen laat.
Genoten van het mooie gebied waar ik nu doorheen loop. Ik had nog niet besloten te stoppen, en toen stopte een vrouw met haar auto en vroeg of ik een overnachtingsplek zocht. Ze bleek twee ezels te hebben, dus ik zei meteen dat ik wel bij haar wilde kamperen. Odile had Frits z,n zus! en nog een donkere ezel. Ze waren wel een beetje dik. Frits werd in de reservewei gezet aan de andere kant van de moestuin en ik kon ernaast kamperen. De ezels van Odile waren zo nieuwsgierig naar Frits dat ze uitbraken en ineens bij Frits voor het hek stonden. Ze zijn ook allemaal hetzelfde, die grapjassen!
Hallo lezers,
29 augustus in Marols: Elke dag zond ik een SMSje naar mijn broer, want ik vond het belangrijk dat tenminste 1 mens weet waar ik ben. Dit was de tekst van vandaag: We zijn in een mooi plaatsje Marols. We staan weer in een weiland.
Dit was mijn laatste wandeldag van 4 maanden lopen, een heel gewone dag waarop Frits weer zijn “grapjes” liet zien. Tijdens de hele reis had hij elke dag wel minstens 1 keer zo’n grapje. We startten de ochtend in St. Georges Hautville, waar ik gezellig met Odile heb ontbeten. Wel gezellig, maar niet genoeg, want ik kan echt niet lopen op 2 stokbroodjes met jam en een kop thee. Na 1,5 uur heb ik alsnog in de berm mijn eigen door Frits meegesjouwde yoghurt met biologische muesli gegeten, daar krijg ik tenminste genoeg voldoende energie van.
Na het dorpje Margerie-Chantagret had Frits z’n eerste “grapje”. Hij liep los achter me aan over een smal pad. Er was een petieterig klein watertje op het pad. Hij weigerde, draaide zich om en liep heel hard terug, precies de weg die we net gelopen had. Het enige wat ik kon doen was achter hem aan gaan. jeetje wat kan hij hard als hij er vandoor sjeest. Na 1,5 km terug rennen kwam ik in de bewoonde wereld. Ik liep te roepen en daarom kon een man helpen, want hij had het gehoord, hij hield Frits tegen op de weg. Nu moest de ezel van mij met zijn kop naar beneden aan een paal, om even te voelen dat niet hij, maar ik de baas ben. Na een kwartiertje bijkomen gingen we voor de derde keer dezelfde weg, ik was vastbesloten toch dat watertje over te komen. En dat lukte ook, maar Frits wilde alleen de moeilijke route, eerst omhoog en dan weer met een bocht omlaag. Tja, na vier maanden snap ik dat ezelbrein nog niet voor 100%.
In het dorp St Jean Soleymieux was tussen de middag een kleine kruidenier open. Heerlijk wat extra lekkere dingen gekocht. De vrouw van de winkel was echt stomverbaasd dat de ezel de 10 wortels die ik gekocht had ineens allemaal opat. ”Je koopt toch geen wortels voor je ezel?” Voor mij is dat volkomen logisch: als ik een zak chips voor mezelf koop, omdat ik extra behoefte aan zout vanwege de warmte, dan koop ik ook iets extra’s voor Frits. De vrouw zou helemaal verbaasd geweest zijn als ze geweten had van welk budget ik leefde, namelijk ongeveer 10 euro per dag. En dat is luze vergeleken bij pelgrim Job van 17 die ik was tegengekomen, hij leefde van 5 euro per dag.
Na de boodschappen moesten we een berg op. Ineens brak er onweer uit. We schuilden onder een kastanjeboom in een tuin. Geen mens te zien in het huis, de luiken waren dicht. In de tuin stond een auto met daarop een ezelsticker, ze zouden het dus wel goed vinden, was mijn gedachte. Het weer klaarde snel weer op.
Een prachtige route volgde door bos en weilanden, met supermooie vergezichten. In het bos twee bruggetjes. oeps… weer een weigering van Frits. De truc van de laatste tijd was om zijn kop naar beneden te duwen. Dat is oncomfortabel en dan is het na een tijdje toch prettiger om maar wel over te steken. En de kop naar beneden duwen is een soort van ”anti-koppig”-actie van mij om Frits te laten merken dat ie me moet volgen. Dat komt wel over, want als hij de dienst gaat uitmaken, komen we niet waar ik wil zijn. Na 10 minuten kopje duwen ging ie.. en de tweede brug die ik als moeilijker inschatte deed ie zonder enkel probleem.
In Marols waren Santiago tegeltjes op een muurtje bij een huis. Dat is een teken dat de bewoner naar Compostella is geweest. Daar kan ik aankloppen voor hulp. Omdat er ook een weiland tegenover was met twee ezels leek dit me een geschikt overnachtingsadres. En jawel, de man had hele verhalen over zijn gelopen tocht en zijn zus had een weiland naast zijn huis en daar mochten we overnachten. Water kon ik pakken bij een buitenkraan. Dat vind ik altijd fijn, als ik zelf water kan pakken, als ik niet voor ieder litertje hoef aan te bellen.
Sávonds brak weer onweer uit en wel heel erg heftig. Met Frits schuilde ik samen onder het Frits-tentje, maar het stortte in door de wind en de enorme regen. Ook mijn eigen tent was niet waterdicht meer, alles was nat, door het grondzeil heen. Maar de aardige man kwam meteen te hulp. Zijn zus had een schuur en daar mochten Frits en ik overnachten. In de schuur lag heel veel hooi en een grote stapel matrassen, super! Zo eindigde mijn kampeeravontuur met Frits in een stal… net als Maria met haar ezel. Op de stalgrond lag een planken vloer, Frits maakte herrie bij iedere stap, maar hij hield zich bijzonder koest in de nacht en vermaakte zich afwisselend met slapen en eten. Ik sliep goed, maar werd wel af en toe even wakker. Gelukkig waren we binnen want ik hoorde nog een hagelbui op het dak.
Sóchtends was er een enorm dikke mist. Mijn spullen waren nat. Ik had gehoopt op een laatste halve dag lopen met daarin letterlijk het hoogste punt van de pelgrimsroute tussen Cluny en Le Puy. Maar ik besloot om niet te gaan lopen. in de middag zouden Carolina en Ton arriveren met hun busje en de trailer voor de terugreis, dus het zou zowiezo maar een korte etappe zijn geworden. Mijn eerste traject eindigt dus hier in Marols. We zijn al uitgenodigd om hier weer te beginnen. Wanneer, nog geen idee? Ik hoop voorjaar 2014.
Één reactie
Ha Margo!!!dank voor je kaart en te gek dat je al zo ver bent.
Jij en Frits mogen trots zijn.
Veel plezier en geniet van de laatste stuk
Majel