10 augustus: Saint Vallerin.
Gestrand op de op de gemeentelijke picknickplaats met kraan en een fantastich uitzicht, in de plaats Saint-Vallerin. We hebben gelopen vanaf half 8, maar Frits was moeilijk op gang te krijgen, hij bleef steeds staan. Toch nog 13 km gelopen. In het gehucht St. Vallerin dook Frits een schuur in, hij liep los achter me aan en ineens volgde hij niet meer. Duidelijk signaal, meneer heeft behoefte aan schaduw. We waren op een hoogvlakte, ik voelde er niets voor om helemaal af te dalen naar het dal. Hier waren maar een paar huizen. Ik ging hulp zoeken. Mensen verwezen me naar het plaatselijke park, het was vlakbij en er zou een kraan zijn. dat bleek te kloppen. Een vrouw was bereid mee te lopen en me de weg te wijzen, door de hitte was en de weigering van Frits, zat ik er aardig doorheen. In het park bleek een enorm standbeeld te staan van een blauwe Maria. Ze kijkt over het dal. Ze waakt over ons als Frits en ik hier kamperen, dacht ik. Er was geen mens te zien, het leek erop dat Frits en ik hier samen de middag en de nacht zouden gaan doorbrengen. De vrouw die me de weg gewezen had, kwam later nog koekjes en kaas brengen. Er stond een boom met heerlijke mirabelllen, dat zijn kleine gele pruimpjes. Frits vind ze ook heerlijk en spuugt netjes de pitten uit. In de tijd dat ik drie pruimen eet, kan hij er eentje verwerken.
In een prullenbak tref ik kaarten aan, uitgeprint van Google-earth, met bijgeschreven Nederlandse tekst. Hier zijn dus andere lopers geweest, maar ik heb ze niet gezien.
Sávonds verschijnt plotseling een hele familie met picknickmanden. Ze gaan feest vieren, een kleinzoon wordt 21. Ik eet taart mee en drink een glaasje punch met hen. Als het donker wordt om half 10 verdwijnen ze allemaal weer en kan ik gaan slapen.
11 augustus:
Geert: Vandaag een korte etappe vanwege de temepartuur.
Helaas is Margo haar poes Kareltje (18 jaar oud) vanacht overleden.
Poes was bij Ischa, een vriendin en die melde al eerder dat Kareltje slecht at en rustig aan deed.
Margo: We dalen vandaag af, vanaf de hoge heuvels het dal in. Schitterende route. Vroeg in de ochtend lopen we door een lieflijk Frans plaatsje. Na het plaatsje heeft Frits kuren, hij wil niet verder, ik snap er niets van. We gaan maar pauze houden in een weiland. Ik luister er mijn voicemail af en hoor het bericht van Ischa: mijn kat Kareltje is overleden. Hij was een oud baasje van 18 jaar, ik heb hem gehad vanaf dat ie 8 weken was. Toen ik op reis ging wist ik dat dit kon gebeuren: als je oude baasjes verplaast hebben ze het moeilijk. Bij Ischa op de woonboerderij heeft ie het heel goed gehad. de kinderen waren gek op hem en namen hem graag op schoot. In de tuin had ie z’n favoriete plekje.
En Frits reageert hier op. Hij voelt dat ik even niet lekker in mijn vel zit en wil geen stap zetten. We zijn op een verhard weggetje vlak na een plaatsje. Enkele auto’s zien me prutsen , maar rijden voorbij. dan stopt er een auto en de mvrouw en man vragen wat er is. Ik vertel mijn verhaal. De man haalt Frits op, die vastgenageld op straat staat, 50 meter van mij vandaan. En nadat ik mijn verhaal kwijt ben loopt Frits weer! De route is prachtig, mooi bois, afgewisseld met weilanden. Door alle consternatie heb ik wel mijn dure en goede leesbril in het weiland laten liggen.
Gengoux St National is ook al een mooi stadje. Ik kom er aan vlak voor de marktsluiting en kan nog net wat biologische groente en een kaasje kopen. Aan de bio-man vraag ik of hij een plekje weet om te overnachten en we mogen naar de biologische groente kwekerij komen. Die ligt op de route. Dat is mooi. Bij de biologische boerderij konstateer ik dat ik hier eigenlijk een week moet blijven om te helpen onkruid wieden, er staat zoveel! En het is mooi en rustig hier. Frits heeft hier wel een goed weitje, maar met mijn eigen meegenomen draad als omheining. Op lange termijn breekt hij daardoorheen. Dus hier blijven is geen goed plan.
12 augustus: Collonge, 5 km voor Cluny. Weer een mooie wandeldag. We hebben heerlijk gelopen. Het was niet zo heet. Frits heeft het ook perfect gedaan, 18 km in 7 uur. Vroeg opstaan is niet fijn bij het moment van opstaan, maar voor het lopen heerlijk. Onderweg een appel gegeten bij een duits echtpaar in een heel klein lieflijk dorpje met oude huizen en stenen muurtjes. Het begint al een beetje herfstig te worden, verkleurde bomen en dor gras. Vlak voor Cluny vind ik het lopen voor vandaag genoeg. Bij een huis met een Jacobsschelp vraag ik om een wei, we mogen wel in hun tuintje, dat is aardig, maar die is toch echt te klein. De man, zelf pelgrim geweest, brengt me naar een grote tuin van een mevrouw. De vrouw is heel verdrietig want haar man is drie weken geleden overleden. M’n kleren mogen in de wasmachine en ik drink binnen thee en klets wat met de vrouw en haar dochter.
13 augustus: Cluny voorbij.
Geert: Margo en Frits logeren in de tuin van een mevrouw die naar Compostella is gelopen.
Ze verleent dus een vriendendienst aan een mede pelgrim.
Margo schrijft dat ik (Geert) en zij in Cluny vroeger met onze ouders ook zijn geweest. Toen in de Abdij (Abbaye de Cluny) Margo is er deze keer alleen langs gewandeld. Ze vertelt dat mensen waarmee ze praat grote ogen opzetten al ze verteld dat ze helemaal uit Nederland is komen lopen samen met Frits.
Margo: Vandaag zijn we door Cluny heen gelopen. Door de stad heen vind ik niet leuk, ik kan echt niet goed tegen drukte. We moesten door smalle straatjes met auto’s en naar de supermarkt in de drukte. Het was wel heel leuk om naar Cluny toe te lopen. Vanaf de velden kon ik de mooie toren van de abdij zien liggen. In de stad heb ik al mijn concentratie nodig om de ezel er goed doorheen te loodsen en tegelijkertijd moet ik de route uitzoeken, kaart lezen en de goede weg vinden. In een stad spreken veel mensen me aan, dat is onhandig op een plek waar Frits niet kan grazen, want dan staat hij zich vreselijk te vervelen en wordt ongedurig of gaat klooien door met zijn kop tegen iemand te gaan stoten. Midden in de stad bij de abdij bond ik Frits enkele minuten aan een boom om een stempel te gaan halen in mijn pelgrimspaspoort. Daarna lukte het om in de drukke winkelstraat een drogisterij te vinden waar ik snel een nieuwe leesbril kon kopen omdat ik mijn goede bril in een weiland heb laten liggen. Ik was te snel met kopen en heb een te sterke bril gekocht, maar OK, ik kan nu weer goed kaart lezen en in de schemering een boek met kleine letters.
S’middags was ik heel brutaal. langs de route in St. Ceciel hing een bordje met de tekst: welkom voor pelgrims en ik volgde het bordje. Het kwam uit bij een groot hui met een grote tuin en een pelgrimsteken op het hek. Niemand te zien. Ik besloot dus maar weer te vrtrekken om een weitje te zoeken. Niemand kon me verder helpen, ik sjouwde een dik half uur door dit vreemde dorp. Vreemd vanwege de merkwaardige sfeer en veel leegstaande huizen of huizen waar niemand aanwezig was. We gingen dan maar weer terug naar het huis van de “‘welkom voor pelgrims”‘. Omdat er een buitenkraan was besloot ik daar te wachten, al kwam er niemand, de tuin was geschikt om te kamperen en dan zouden we ons redden. Volgens de buren was de bewoonster kort voor mijn aankomst vertrokken. De luiken waren niet dicht, dus ik vermoedde dat de bewoners wel zouden terugkeren. En jawel, om half 7 kwam er een auto aan. Een vrouw met haar kleinzoon, ze waren naar het zwembad geweest in Cluny. We waren hartstikke welkom, Frits ook. De vrouw was met 4 vriendinnen samen in etappes naar Compostella gelopen en had nu een sjiek en knus pelgrimsoptrekje gemaakt in het souterrain. Ze vertelde dat hier ook de route van Vezelay naar Asissie loopt. Ik koos er toch weer voor om te kamperen, maar kon binnen koken en douchen. Frits at van het gazon.
14 augustus: Tramayes. Vroeg vertrokken en gezellig gewandeld met de vrouw waarbij ik geslapen heb en haar kleinzoon. Ik vind het een mooie streek hier. We zijn vroeg gestopt want het is heet. Om precies 12.00 uur waren we bij het Syndicat dínitiatieve van Tramayes. Ik bond Frits aan een paal en ging binnen vragen om een kampeerplek. De dames die er werken gingen vanalles voor me regelen, allemaal dingen waar ik niet om gevraagd had. Ze vulden zelf in dat ik een Chambre d’hote zocht, terwijl ik om een weitje had gevraagd en ze zochten een route uit voor me op de kaart, terwijl ik in dit stadje wilde blijven. De vrouw achter de balie belde wel 20 minuten met iemand van een chambre d’hote. Ik probeerde hen een paar keer uit te leggen dat ik toch echt liever een weiland wilde, pas na 50 minuten drong dat echt tot hen door, terwijl ik toch goed Frans spreek. De dames hadden gewoon iets anders voor me in hun hoofd geprent en niet goed naar me geluisterd. Frits wachtte geduldig in de hitte buiten. Na precies een uur kwam het bericht dat er een weiland in Tramayes voor me gevonden was. Gelukkig was de supermarkt ernaast nog open. Het weiland was een uitstekende plek, wel jammer dat er mannen in de buurt de hele nacht doorgingen met schreeuwen en herrie maken. het weiland was heel scheef, gelukkig was in een hoekje onder fruitbomen een enigzins recht stukje voor mijn tent. En heerlijke munt groeide er voor de thee. Vanuit dit weiland heb ik ansichtkaarten zitten schrijven naar Nederland.
15 augustus: Maison Col de Crie.
Het was weer een mooie route en we zijn flink opgeschoten vandaag. Dat is fijn want ik was bang voor de lange etappe van morgen, ook omdat die heel hoog gaat. Dat probleem is er nu niet meer, want we zijn verder gekomen dan gepland.
Ik ben een eenzame andere pelgrim tegengekomen. Wonderlijk, de 3de sinds 3,5 maand! Dat is niet veel. Ik vermoed dat ik dichter bij le Puy en Velay meer pelgrims ga tegenkomen. Maar le Puy ga ik dit jaar net niet halen. Dan is dat dus voor de volgende grote etappe, een ander jaar.
Bij Maison Col de Crie stoppen we en ik vraag om een kampeerplek. We mogen op de picknickplek blijven waar het gezellig druk is. Pas om 21.00 uur vanavond mag ik de tent opzetten en morgenvroeg moeten we vroeg weg. Geen probleem. Hier zijn toiletten, er is een kraan en ik wat eten in het restaurant, want ook vuur maken is verboden. Daar houd ik me dan ook netjes aan. Ik koop sap en zet geen thee. Rond 18.00 uur begint het vreselijk te onweren, Frits wordt kliedernat en haastig moet ik alle bagage onder een zeil zetten. Om half 9 is er geen mens meer te zien en ik zet een half uur te vroeg mijn tentje en ook Frits z’n tentje op. Het blijft de hele nacht doorregenen. Pas in de ochtend wordt het weer droog.
16 augustus: Vandaag een top beklommen van 1009 meter, de Mont Rigaud, het hoogste punt tot nu toe. Het is minder heet, dus dat is heel fijn. Boven op de top hadden we een geweldig uitzicht over de streek. Frits snapte er niets van, toen ik op de uitkijktoren klom, hij kon me horen, maar niet zien. De afdaling was pittig, Frits bleef heel goed volgen.
Op de top waren nog wat andere mensen, verder weer niemand te zien onderweg.
We waren te vroeg in het dorp voor boodschappen, dus we bleven een half uur wachten op een grasveldje totdat de winkel open was.
Aangekomen in Propieres op de gemeentecamping. Heerlijk kunnen douchen en kleren kunnen wassen.
17 augustus. Cergne.
De dag begon met een streek van Frits. Terwijl ik heel vroeg in de ochtend theewater had opgezet, brak Frits door het gespannen lijntje heen en ging er vandoor, de weg op naar het dorp. Ik kon niets anders doen dan achter hem aan gaan. Wat gaat hij hard als ie er vandoor gaat! Na pas een kilometer kreeg ik hem te pakken. En toen ging hij natuurlijk tergend langzaam weer mee terug. Dit kostte me ongeveer 20 minuten. Het theewater was half weg gekookt toen we weer bij de tent terugkwamen. Frits moest natuurlijk aan de lijn nu.
Weer een mooie en gevarieerde route, ook veel door naaldbos. Ik heb gezellig een stuk gelopen met 2 Franse vakantiegangers. Frits stopte ineens met lopen omdat hij eerder dan ik in de gaten had dat er twee mensen achterop liepen. Best wel pittige klimmetjes gehad, Frits deed ze allemaal heel netjes. Vlak voor het dorp La Cergne waren trappen met een hekje ervoor waar Frits niet tussendoor kon. Maar daardoor kwam ik in een tuin terecht bij mensen die me heerlijke siroop aanboden. En Frits kreeg een emmer water. Als dank at Frits de muntplanten van die mensen op. Ze wisten een slaapplek voor ons en brachten me er te voet heen. Wat een goede mensen zijn er toch op de wereld! In een grote tuin mochten we kamperen, de vrouw van het huis was een week weg. In de garage kon ik water pakken en ik mocht tomaten eten uit de tuin, heerlijk!
Het is weer erg warm en ze voorspellen nog hogere temperaturen.
Als Frits balkt komt er antwoord ergens uit het dorp. Er zijn dus andere ezels in de buurt. dat kan wel een kilometer ver weg zijn.
18 augustus in Mars: Al om 7 uur aan het lopen, heerlijk. Om 8 uur liepen Frits en ik langs een mooi huis, opa en oma wonen er en hebben de kinderen en kleinkinderen op bezoek. Ze geloven nauwelijks dat Frits en ik helemaal uit Nederland zijn komen lopen. We worden uitgenodigd mee te ontbijten, Frits eet gras aan een lijn aan een hek en ik eet brood met jam en drink thee aan een gedekte tafel in de schaduw. Gezellige familie, maar we moeten snel weer verder, anders wordt het te heet.
Gestopt bij het winkeltje en Cafe bij de brug in Mars. Het is te heet om verder te wandelen. Maar er is water, schaduw en gras voor Frits. Dat winkeltje in Mars is echt een plek die ik blijf onthouden. De winkel is vreselijk rommelig, maar ze hebben echt alles! Ik koop er een hoedje want ik ben mijn hoedje verloren en koop wat lekkers en een pak sap. Buiten op het terrein tegenover de winkel hebben mensen uit de buurt allemaal oude spullen achtergelaten, het is een vreselijke troep. De mensen zijn bijzonder hartelijk en oude mannetjes komen kletsen. Ik heb er een heel gezellige middag. Ik mag ook slapen in de caravan, die vind ik te vies, dus ik slaap weer gewoon in mijn tentje. Voor 3 euro mag ik douchen, verder is het gratis.
3 reacties
Wat goed van je dat het zo goed gaat als ik het zo lees. Kanp dat je ondanks de sidderende hitte de moed er in houdt.
Hulde,
Freek Aberson
Ha Margo, je schiet al lekker op al is het wel warm, mooi die abdij mooie route ook.
Hoi Margo,
Leuk om je even gehoord te hebben. Hoewel mijn nieuws erg treurig was. Maar als je oud bent, mager en geen zin meer om te eten, dan boer je wel achteruit. Toen Karel niet aan het ontbijt verscheen, ben ik hem meteen gaan zoeken. Hij lag op zijn favoriete plekje. De kinderen hebben hem bij de andere overleden bejaarde poezen begraven en Jop heeft er een kruisje op gezet. Johannes is nu erg aanhankelijk. Onvoorstelbaar dat je alweer binnen afzienbare tijd terug komt. Dus geniet vooral van de laatste etappes. Groetjes Ischa