eind juli-augustus 2018. Met Ravel van Paddenborn terug lopen naar Zwolle, ongeveer 400 km
Het is heel heet, maar dat hoef ik jullie denk ik niet te vertellen, want dat is het bij jullie ook, tenzij je compleet in een andere wereld vertoeft, of op een ander continent bent.
Vanochtend stond ik al om half 6 op en rond kwart over 7 waren we al aan het lopen. Door het bos valt de hitte nogal mee , echter op asfalt vind ik het echt niet fijn, laat staan hoe dat voelt voor ezelhoeven. Gelukkig hebben we ook nauwelijks asfalt, het is een route met heel veel bos en ook zeer afgelegen, want onderweg komen we tot nu toe niet door dorpen. Nu zijn we wel in een dorp en het dorpje heet Kempen, er wonen minder dan 100 mensen vertelde een voorbijgangster met hond die hier woont. Kempen heeft een traktormuseum (echt iets voor mij :)) en een camping daar direct naast (zelfde eigenaar)en daar zijn we nu. We mogen kamperen op een verloren hoekje aan de overkant van de camping en hebben dus een prive-terrein, boffers, want hier is langer gras, schaduw en rust. En de wifi- heeft dus ook bereik tot hier, dat vind ik een heerlijke luxe.
We lopen dus nu het lange-afstandswandelpad de Eggeweg en die gaat bij die Externsteine (daar zijn we over 12 km) over in de Hermannsweg en die loopt weer tot Rheine en dat is vlak bij Nederland. Vanaf Rheine lopen we een tweedaagswandelpad met de naam Handelsweg dat uitkomt in Oldenzaal en vanaf Twente gaan we terug naar Zwolle in een dag of 6 (schatting). We lopen dus terug naar huis. De route die we lopen begint in het noorden van Sauerland en verbindt Sauerland met Twente.
We zijn nu in het Teutenburgewald. Dat is een maanvormige hooggelegen kam met bos erop. We lopen dus over die kam en hebben af en toe uitzicht naar het dal beneden, soms links, soms rechts. Op die kam is alleen bos met veel schuilhutjes, nu voor de schaduw in plaats van voor de regen. Je loopt dus lange etappes met helemaal geen voorzieningen en dat vind ik heerlijk. We hebben alles bij ons, maar moeten wel eens in de vijf dagen ongeveer naar een supermarkt. Links-en rechts van die kam liggen best veel dorpen en ook wat grotere plaatsen dus dat komt helemaal goed.
Mijn broer Geert heeft ons, heel gezellig en rustig rijdend, enkele dagen geleden naar Duitsland gebracht. Dat lijkt logistiek een beetje vreemd want mijn broer woont in het zuiden, maar hij heeft precies een vierkantje gereden omdat de plek waar hij mij heen bracht ongeveer op dezelfde hoogte ligt als waar hij woont (Venray).
Het is zeer rustig lopen tot nu. Er wandelen nauwelijks anderen. In een nieuw en voor mij vreemd gebied is het de eerste dagen altijd even wennen en zoeken hoe we aan een geschikte slaapplek komen. Er zijn lang niet altijd campings en die zijn ook niet altijd geschikt of bereid om een ezel toe te laten. Elk dorp heeft mensen met grote tuinen en weilandjes, dus dat is een kwestie van vragen. De eerste nacht waren we de buren van heel aardige mensen die hun kleindochter op bezoek hadden. Vanuit hun tuin klonk de hele tijd ”omi, omi, omi”. Waar wij stonden was eigenlijk de achtertuin van hun buren, en die waren er nooit, dus volgens hen konden wij daar rustig staan en dat klopte en deze mensen voorzagen ons van water, thee, koekjes, een toilet en kraan in de kelder. Ook afgelopen nacht stonden we achter een stel huizen, maar dit keer op een voetbalveldje en alle achterburen kwamen even buurten en vragen of ik nog wat nodig had.
We hadden ook nog een avontuur met de accu van de zonnepanelen. Die was ik namelijk kwijtgeraakt onderweg. Er kwamen drie mountainbikers voorbij die de andere kant op gingen en ik vroeg hen uit te kijken naar de gele accu. Sávonds kreeg ik een telefoontje dat de accu gevonden was door hen en de stoere fietser heeft ‘m weer bij mij teruggebracht. Geweldig zulke dingen. Er zijn veel betrouwbare goede mensen, dat maakt zo’n reis altijd bijzonder.
Vanochtend waren we bij een heel lieflijk plekje. Het heette ”het zwarte kruis” en volgens de borden daar hebben er moorden en veroordelingen plaatsgevonden vroeger. Maar daar was niets van te voelen (ik voel zulke dingen altijd). We zitten op 12 km van De Externsteine en dat is een kruispunt van leylijnen, een krachtplaats. De energie daarvan kan ik hier al voelen, dus ik ben zeer benieuwd hoe het bij de plek zelf is: daar staan heel veel grote rotsen, die ineens uit het landschap omhoog komen. Spannende tocht dus morgen of overmorgen, want met deze hitte doen we hele korte etappes en stoppen we als het te heet wordt. Dus later meer.
Één reactie
Leuk bericht hetzelfde maakten wij in 1980 mee ik maar 10 dagen maar degene die de hele tocht met een hond en een ezel liep enige maanden. Slapen in de tuin en veelal mee-eten.